Hero Image
BENG
4 min

Goede details besparen meer dan hoge Rc-waarden

Woningen moeten steeds energiezuiniger worden en daarom zijn goede details met zo min mogelijk energieverlies via koudebruggen essentieel. Die details worden getekend, maar hoe vaak is bekend hoeveel warmte er verloren gaat via koudebruggen?

De berekende koudebruggen, ook wel psi-waarden genoemd, zijn in de nieuwe rekenmethodiek NTA 8800 nog belangrijker. Om toe te lichten waarom dat zo is, moet eerst het verschil met de oude rekenmethodiek voor de NEN 7120 duidelijk zijn. In die NEN 7120 waren drie methoden opgenomen om de invloed van lineaire warmteverliezen te beoordelen: 

1. Handmatig

Van een detail zijn de psi-waarden berekend, dus wordt exact weergegeven wat het energieverlies is via de koudebruggen. Dit geeft een gunstig resultaat op de EPC-uitkomst.

2. Forfaitair

Deze methode houdt in dat het energieverlies via de koudebruggen in het detail niet is berekend. Wat vaak wordt vergeten, is dat wanneer forfaitaire waarden worden ingevoerd, een toeslag wordt berekend op de U-waarde van de thermische prestaties van de schil. Met andere woorden: de uiteindelijke Rc-waarde waarmee werd gerekend in de EPG, is lager. Deze toeslag is afhankelijk van de hoogte van de Rc-waarde. Bij een Rc 5,0, is de toeslag 0.1 En dat is fors, want een Rc 5,0 heeft een U-waarde van 0,2 (1 / Rc) en met de toeslag wordt de U-waarde 0,3. Als we dit vervolgens terugrekenen, wordt de Rc-waarde waarmee de EPC werd berekend dus 1 / 0,3 = Rc 3,30.

3. SBR + toeslag

Een veelgebruikte methode is de toepassing van een SBR-referentiedetail en daarbij een toeslag van 25% op de psi-waarde hanteren. Dit kan wanneer het detail iets afwijkt van het SBR-referentiedetail. Wanneer bijvoorbeeld de dikte van de isolatie wordt aangepast ten opzichte van het SBR-referentiedetail, mag de psi-waarde worden overgenomen, plus een toeslag van 25%. Hiermee wordt de toeslag op de U-waarde, welke een veel grotere negatieve invloed heeft op de EPC-uitkomst, voorkomen.

NTA 8800

Met de NTA 8800 is het toepassen van deze laatste methode een stuk minder eenvoudig. Het aanpassen van bijvoorbeeld de isolatiedikte, wordt niet meer gezien als kleine aanpassing. Daarom mag de psi-waarde van een SBR referentiedetail met de 25% toeslag, niet meer worden gehanteerd. Er zijn dan slechts twee keuzes om de lineaire warmteverliezen in te voeren. Dit is de forfaitaire methode (geen berekend energieverlies door de koudebruggen) en de handmatige methode (wel berekend energieverlies door de koudebruggen). Wanneer forfaitaire waarden worden toegepast heeft dit bij een rijtussenwoning ten opzichte van de handmatige methode, een negatieve invloed op de BENG 1 van maar liefst 7,49 kWh/m² per jaar!

Om u een indruk te geven over hoe moeilijk het is om deze waarde te compenseren; deze maatregelen samen zijn niet genoeg:

  1. Triple glas, in plaats van HR++,
  2. Rc 5,5 voor de gevel, in plaats van Rc 5,0,
  3. Rc 8,0 in het dak, in plaats van Rc 6,3 en een
  4. Qv10 van 0,25, in plaats van 0,40.

                                              

ISSO details

Om het in de ontwerpfase makkelijker te maken, hebben wij 24 ISSO-details, voor zowel dak als gevel, doorberekend op Rc-waarde en psi-waarden. Dit bespaart veel tijd in de ontwerpfase en houdt woningen betaalbaar en duurzaam! Want iedere extra maatregel kost extra geld en extra CO2.

Download gratis de ISSO-details. Of neem via onderstaand formulier contact op met een van onze Technical Engineers.

Download de gratis ISSO-details